22 oktober 2007
conversaties 2
Vleesje proeven
In de Colruyt bij de beenhouwerij.
Tuur: "ik wil een vleesje, ik wil een vleesje"
De beenhouwer die Tuur hoort roepen geeft hem een groot stuk boterhammenworst.
Tuur: *hap, hap, smikkel, smikkel*
Geert: "Tuur, en wat zeggen we dan?"
Tuur: "die meneer moet alsjeblieft zeggen!"
Soep 1
Op de bank buiten staat een pompoen waar een punt uitgesneden is.
Tuur: "Kijk! Moekenilda heeft er soep uitgehaald!""
Soep 2
Pappa: "het is soep van Moekenilda"
Tuur: "nee, da's geen soep van Moekenilla. Er zitten geen ballekes in."
Slapen
Moeke: "Kom Tuur ge moet uw pyjamaatje aandoen"
Tuur: "nee, ik wil dat niet"
Moeke: "Maar Tuur, ge kunt toch niet in uw kleedjes slapen. Iedereen slaapt in een pyjama."
Tuur: "nee!"
Moeke: "Pappa slaapt in een pyjama, en Mie slaapt in een pyjama en Moeke ook.
En Moekenilla waar slaapt die in?
Tuur: "in een kleedje"
Moeke: "da's waar. En oma?
Tuur: "ook in een kleedje"
Moeke: "en Roos en Jozefien?"
Tuur: "die slapen in een nachtbroek"
Moeke: "en tante Ilse?"
Tuur: "die slaapt in een nachthemd"
Moeke: "en Opa?"
Tuur: "die slaapt in de zetel"
In de Colruyt bij de beenhouwerij.
Tuur: "ik wil een vleesje, ik wil een vleesje"
De beenhouwer die Tuur hoort roepen geeft hem een groot stuk boterhammenworst.
Tuur: *hap, hap, smikkel, smikkel*
Geert: "Tuur, en wat zeggen we dan?"
Tuur: "die meneer moet alsjeblieft zeggen!"
Soep 1
Op de bank buiten staat een pompoen waar een punt uitgesneden is.
Tuur: "Kijk! Moekenilda heeft er soep uitgehaald!""
Soep 2
Pappa: "het is soep van Moekenilda"
Tuur: "nee, da's geen soep van Moekenilla. Er zitten geen ballekes in."
Slapen
Moeke: "Kom Tuur ge moet uw pyjamaatje aandoen"
Tuur: "nee, ik wil dat niet"
Moeke: "Maar Tuur, ge kunt toch niet in uw kleedjes slapen. Iedereen slaapt in een pyjama."
Tuur: "nee!"
Moeke: "Pappa slaapt in een pyjama, en Mie slaapt in een pyjama en Moeke ook.
En Moekenilla waar slaapt die in?
Tuur: "in een kleedje"
Moeke: "da's waar. En oma?
Tuur: "ook in een kleedje"
Moeke: "en Roos en Jozefien?"
Tuur: "die slapen in een nachtbroek"
Moeke: "en tante Ilse?"
Tuur: "die slaapt in een nachthemd"
Moeke: "en Opa?"
Tuur: "die slaapt in de zetel"
